Stel je voor: je bent geboren in de Middeleeuwen, in hetzelfde gezin als nu, maar dan in een andere tijd.
Dat betekent dat een hoop dingen die nu normaal voor je zijn dan niet kunnen. Misschien bestaat het werk dat je vader of moeder nu doet dan wel helemaal niet - in dat geval moet je een ander beroep bedenken dat in die tijd wel zou kunnen. Hetzelfde geldt voor je hobby of je sport: als iets in de Middeleeuwen niet kan, bedenk dan een variant die wèl zou kunnen.
Beschrijf een dag uit jouw leven in de Middeleeuwen. Je mag zelf weten of je een gewone dag beschrijft, of een dag waarop er iets bijzonders gebeurt. Je verhaal telt tussen de 300 en 350 woorden.